RECENSIE - Ik dacht, ik ga me niet voorbereiden en alles gewoon over me heen laten komen. En daar kwam me toch een stoet! Ik vond Eus altijd al sympathiek, maar dat hij zo dicht bij mijn eigen levenshouding zou staan had ik niet verwacht. Natuurlijk, zijn achtergrond is heel anders, 2e generatie Turks-Nederlands, Aleviet (vrijzinnig islamitisch) – wat binnen de Turkse gemeenschap weer een minderheidsgroepering is, en daardoor had hij altijd het gevoel nergens bij te horen. Maar door die achtergrond heeft hij wel geleerd om zich binnen verschillende sociale groepen te bewegen, en tegelijk heel erg op zichzelf te vertrouwen. Hij was altijd een buitenbeentje, eigenzinnig. En daar kun je ver mee komen, heb ik ook ervaren.
Met het eerste fragment van Jan Cremer in New York maakt hij meteen dat punt; ook die werd in de literaire wereld gezien als ordinair, een branieschopper, een indringer. Maar hij schopte het toch maar mooi tot bestsellerschrijver. Erkenning kwam niet van de “eigen groep”, maar van buiten, van de lezers.
En erkenning is wat we allemaal zoeken, eigenlijk de rode draad door deze hele uitzending. Tegelijkertijd zoekend naar eigenheid, júist niet conformeren aan de bestaande mores.
Je kiest niet je eigen uitgangspunt. Zoals Eus, jongste zoon in een Turks afwijkend gezin, geboren na de dood van een halfzusje – zijn moeder had liever een meisje gehad, een goedmaakkindje, maar het was Eus, helaas, helaas.